Met moeilijke situaties omgaan – onze ‘tellen tot 30’ aanpak
In onze recente post over geduld en delen hebben we kort een 5tal ideeën aangebracht die kunnen gebruikt worden in situaties met kleine kinderen die ongeduldig zijn of vechten om speelgoed. Vandaag heb ik het over de eerste van de 5, onze telmethode om onze kinderen aan te leren op hun beurt te wachten.
Als twee, of meer, kleuters samen spelen krijg je vaak situaties waarbij ze beiden met hetzelfde speeltje willen spelen (Of met dezelfde baby, zoals op de foto hiernaast 🙂 ). Het zijn die typische situaties waar je plots opgeschrikt wordt door luide schreeuwen en je vervolgens vele kinderhandjes aan hetzelfde speeltje ziet trekken.
Wie had het speeltje eerst? Wie begon met ruziën? Geen idee en onze kinderen helpen me ook geen stap verder om deze vragen te beantwoorden. Dus had ik een andere aanpak nodig.
Ik heb geprobeerd op google te zoeken, maar werd overstelpt met advies als “Neem het speeltje af”, “Sluit ze elk op in hun kamer”, … en dat voelde nu niet echt aan als de aanpak waar ik naar op zoek was. Er moet een betere methode bestaan. Temeer daar ik onze kinderen graag wil opvoeden (wie niet?) met het concept van speelgoed delen. Daarbij leer ik hen ook dan een speeltje niet van hen alleen is. Tegenwoordig is het zelfs zo dat als Victoria een cadeautje krijgt, ze vaak spontaan zegt dat het ook voor Lukas en Elena is. Na wat proberen, kwam ik tenslotte tot onze ‘tel tot 30’ aanpak die ondertussen volledig ingeburgerd is.
1-Hun aandacht vastpakken:
Ik merkte dat het probleem in zo’n situaties er vaak op neerkomt dat elk kind het speeltje NU wil (de ander mag er ook mee spelen, maar ik eerst). Ze zitten zo vast met dat idee dat ze weinig oor hebben naar andere voorstellen. Ik moest dus een opening creëren, hun aandacht vastkrijgen. Daartoe laat ik één van de twee met het speeltje spelen (die stopt alvast met krijsen) en richt alle aandacht op de andere. Ik neem nummer 2 troostend in mijn armen en bevestig dat hij/zij het speeltje ook zal krijgen en dat papa, of mama, daarbij gaat helpen.
(foto boven: wie mag nu eerst met het bedje spelen?)
2-Samen wachten en tot 30 tellen:
Ik vertel dan aan beide dat ik tot 30 ga tellen en dan moet nummer 1 het speeltje aan nummer 2 geven. Dan begin ik te tellen en bij 30 drijf ik het volume wat op om wat climax te creëren. Nummer 1 geeft dan meestal spontaan het speeltje aan nummer 2, heel erg tot mijn verrassing in het begin waar ik me verwachtte aan grote discussies. Niettemin moet ik het proces dan soms nog enkele malen herhalen zodat elk een paar keer het speeltje gehad heeft.
Ondertussen zijn ze dit zo gewoon dat ik niets meer moet uitleggen, ik begin gewoon te tellen en de situatie is onder controle. En af en toe tel ik tot 30, maar veel vaker wordt het speeltje al veel sneller doorgegeven.
Waarom 30? Inspiratie van het moment 🙂 Toen ik dit de eerste keer deed kon geen enkele van onze kinderen tot 30 tellen, dus dat gaf me de controle over de situatie. Ik tel dan wat sneller of trager naar gelang de situatie en de ‘dringendheid’. Ik voel duidelijk dat die deadline van 30 voldoende comfort geeft aan nummer 2 zodat hij/zij ophoudt met krijsen en volledig kalmeert. Tegelijkertijd geeft het voldoende tijd aan nummer 1 om rustig te spelen. En raar maar waar, van zodra nummer 2 er niet meer om vecht, is het speeltje al meteen veel minder interessant voor nummer 1!
En hey, als extraatje, het helpt onze kinderen om te leren tellen 🙂
Heb jij nog andere ideeën om met kinder-ruzies om te gaan?